Acts 5:40

68) gaven hem gehoor;

Dat is, zij lieten zich bewegen en overreden dat zij zijnen raad volgden.

69) geselden, zij

Grieks sloegen; namelijk met roeden of geselen. Dit was hun van Christus voorzegd, Matth. 10:17, en Matth. 23:34; hetzelfde is ook aan Paulus gedaan, 2 Cor. 11:24.

Mt 10.17 23.34 2Co 11.24

70) in den Naam

Zie Hand. 4:18.

Ac 4.18

Acts 22:19

Acts 26:11

17) dikmaals gestraft,

Namelijk die volstandig bleven in hun geloof.

18) gedwongen te

Dat is, met pijnigen en dreigementen gedwongen Christus te verloochenen, ja zelfs te vloeken, gelijk dit ook was de wijze der heidenen in het vervolgen der Christenen. Zie Plin. Jun. in Epist. ad Trajanum.

Copyright information for DutKant