Acts 6:7

22) wies, en het

Dat is, nam toe, ten aanzien van de veelheid zo der plaatsen waar het gepredikt werd, als der personen die het aannamen; Hand. 12:24.

Ac 12.24

23) priesteren werd

Namelijk der gemene priesters, die zeer velen onder de Joden waren, Ezra 2:36, waarvan een goed deel bekeerd werden; want meestal waren en bleven de overpriesters de heftigste vijanden der leer van het Evangelie.

Ezr 2.36

24) gelove gehoorzaam.

Dat is, de leer des geloofs; Gal. 1:23.

Ga 1.23
Copyright information for DutKant