Acts 7:58
104) En wierpen hem Willende daarin de wet volgen; Lev. 24:14. Le 24.14 105) getuigen legden Die naar de wet het stenigen moesten beginnen; Deut. 17:7. De 17.7 106) klederen af Namelijk hunne opperklederen of mantels, opdat zij te beter met stenen zouden kunnen werpen. 107) Saulus. Wiens bekering beschreven wordt in Hand. 9.Acts 9:1
1) blazende nog Namelijk na den dood van Stefanus; ene gelijkenis genomen van de leeuwen of beren, een prooi najagende; of gelijk de bittere vijanden zich tegen anderen plegen aan te stellen. 2) de discipelen Dat is, degenen, die Christus aanhingen, en daarna te Antiochi eerst Christenen genaamd werden; Hand. 11:26. Ac 11.26 3) hogepriester, Namelijk en den oppersten Raad der Joden, waarvan hij het hoofd was; Hand. 22:5, bij welken Raad de kennis en het opperste oordeel toen stond van de zaken der Joodse religie, ook in de synagogen buiten het Joodse land. Zie 2 Kron. 19:10; Hand. 18:15. Ac 22.5 2Ch 19.10 Ac 18.15Acts 22:4-5
6) dezen weg vervolgd Dat is, deze leer of godsdienst. Zie Hand. 9:2, en Hand. 19:9,23. Ac 9.2 19.9,23 7) tot den dood, Dat is, om hen ter dood te brengen; gelijk aan Stefanus geschied was; Hand. 7:60. Ac 7.60 8) de broeders, Dat is, de Joden en hunne oversten, Hand. 9:2, die hij broeders noemt, omdat zij van n geslacht waren, hoewel bittere vijanden der Christenen. Ac 9.2
Copyright information for
DutKant