Amos 1:3

10) drie overtredingen

Dat is, om vele grove zonden [inzonderheid tegen mijn volk begaan] die zij van tijd tot tijd hebben opgehoopt, mijne lankmoedigheid schandelijk misbruikende; een zeker getal voor een onzeker; verg. Job 5:19, en Job 33;29, alzo Amos 1:6,9,11,13, en Amos 2:4,6.

Job 5.19 Am 1.6,9,11,13 2.4,6

11) Damaskus,

Dat is, Syri‰ en voorts de Syri‰rs. Van Damaskus, zie Gen. 14:15; 2 Sam. 8:5.

Ge 14.15 2Sa 8.5

12) dat niet afwenden;

Te weten, het oordeel, dat in het volgende verhaald wordt, niet langer ophouden of uitstellen. Sommigen nemen het aldus: Om drie, enz. ja om vier zal Ik hen niet vergelden, [maar] omdat zij Gilead, enz.; alsof de Heere zeide: Vele voorgaande zonden zou Ik nog hebben overzien, en hen om die zo hard niet hebben gestraft, maar nu zij zo tiranniglijk met mijn volk hebben gehandeld, zal Ik met mijn oordeel voortgaan; alzo in het volgende. Anders: zal Ik hem niet wederbrengen, te weten, zoverre in mijne gunst, dat Ik hem zou verschonen.

13) Gilead

Dat is, Isra‰l, wonende in Gilead, gelegen over de Jordaan, naar Syri‰ toe; zie Gen. 31:21.

Ge 31.21

14) ijzeren dorswagens hebben gedorst.

Verg. 2 Sam. 12:31, en in Amos 1:13. Dit kan men verstaan van Hazaels en Benhadads wreedheid, [zie 2 Kon. 8:12, en 2 Kon. 10:32,33, en 2 Kon. 12:18, en 2 Kon. 13:3,7], welke twee tirannen in het volgende genoemd worden.

2Sa 12.31 Am 1.13 2Ki 8.12 10.32,33 12.18 13.3,7
Copyright information for DutKant