Amos 1:9-10
26) Tyrus, Zie Joz. 19:20, en wijders van Tyrus, Jes. 23; Jer. 47:4; Ezech. 26, Ezech. 27, Ezech. 28. Jos 19.20 Jer 47.4 27) wegvoering Verg. Joel 3:4,6, met de aantekening. Joe 3.4,6 28) verbond der broederen. Omdat David en Salomo met Hiram, den koning van Tyrus, een verbond hadden gemaakt en elkander broeders genoemd; zie 2 Sam. 5:11; 1 Kon. 5:1, en 1 Kon. 9:13. 2Sa 5.11 1Ki 5.1 9.13Zechariah 9:2-3
7) Hij Te weten, de Heere. 8) Hamath Zie Num. 13:21. Nu 13.21 9) met dezelve Te weten, oog. Anders: Hamath zal dezelve bepalen; dat is, Hamath zal aan de grenzen daarvan liggen. Zie Joz. 19:35. Anders: door dezelve, te weten rust van den last. Jos 19.35 10) bepalen; Dat is, Hij zal de Syrirs ordineren hoe wijd en hoe ver zij zullen gaan en staan, ten beste van zijne kerk. Anderen nemen het aldus: Ook zal die [last] Hamath bepalen. Het is dezelfde zin. 11) zij Te weten, Tyrus, dat is, de inwoners van tyrus, alsook de Sidonirs. 12) zeer wijs is; Naar hunne mening. Zie Ezech. 28:3 de aantekening aldaar, enz. Eze 28.3 13) als stof, Dat is, in zeer groten overvloed. Verg. 1 Kon. 10:27, en 2 Kron. 9:27; zie ook Ps. 78:27. 1Ki 10.27 2Ch 9.27 Ps 78.27Matthew 11:21-22
26) Tyrus en Sidon Dit waren twee steden der heidenen aan de Middellandse zee in Fenici gelegen, die eertijds in grote weelde, pracht en dartelheid leefden. Zie Jes. 23, en Ezech. 26, en Ezech. 27. 27) eertijds Namelijk toen zij nog in hun bloeienden staat en weelde waren, eer zij door Alexander den Grote met geweld ingenomen en verwoest waren. 28) zak en as Met zulke tekenen werd eertijds de boetvaardigheid betoond. Zie Jes. 58:5; Dan. 9:3; Jona 3:6; Klaagl. 2:10. Isa 58.5 Da 9.3 Jon 3.6 La 2.10
Copyright information for
DutKant