Amos 3:3

2) Zullen twee te zamen wandelen,

God stelt hier zijn volk door verscheidene gelijkenissen voor dat de profeten recht hadden om hun straffen, dreigen en allerlei plagen te voorzeggen; en dat tot waarschuwing, om het aanstaande kwaad door bekering te ontgaan: alzo het geen ijdele dreigementen waren.

3) tenzij dat zij bijeengekomen zijn?

Anders: tenzij dat zij overeen gekomen zijn. Ik en mijn getrouwe dienstknechten [wil God zeggen], wij zijn het eens, [zie Hos. 9:8; Mal. 2:6], en gij zult het met mij en mijne profeten moeten eens worden, zo gij wilt dat Ik uw vriend en leidsman zij, anders zal Ik u moeten verlaten.

Ho 9.8 Mal 2.6
Copyright information for DutKant