Amos 6:14

53) volk verwekken,

De Assyri‰rs, gelijk de Babyloni‰rs over Juda.

54) drukken,

Of, dringen. Verg. Amos 2:13.

Am 2.13

55) Hamath,

Gelegen aan de noordelijke landpale van Kana„n, gelijk de beek of rivier van Egypte of Sichor, in het zuiden. Zie Num. 34:5,8; Joz. 13:3. De zin is: zij zullen u plagen van het ene einde des lands tot het andere.

Nu 34.5,8 Jos 13.3

56) wildernis.

Of, van het vlakke veld.

Amos 9:9

37) geef bevel,

Zie Amos 6:11.

Am 6.11

38) zeef;

Of, wan.

39) en niet een

Of, maar, doch.

40) steentje zal er ter aarde vallen.

Dat is, niets dat enige zwaarte heeft, maar alleen het lichte kaf. De gelijkenis wordt genomen van de steentjes, die altemet onder het koren gevonden worden. Anders: graantje; alsof de Heere zeide: Ik zal hen altemaal schudden, daar zal niemand ontgaan, maar Ik zal het door mijne voorzienigheid alzo regeren, dat er niet een van mijne uitverkorenen [vergeleken bij tarwe] zal verloren gaan.

Copyright information for DutKant