Amos 7:1

1) zien;

Dat is, openbaarde mij dit volgende gezicht. Zie Jer. 24:1.

Jer 24.1

2) Hij formeerde

De Heere.

3) sprinkhanen,

betekenende een grote aanstaanden hongersnood, vermits het verderf der landvruchten door ongedierte, gelijk Joel 1:4, enz. of, [gelijk sommigen] den overval der Assyri‰rs, die alles, als wilde sprinkhanen, zouden bederven, zo God het niet verhoedde.

Joe 1.4

4) afmaaiingen.

Dat is, nadat de koning had laten maaien, misschien tot voeder voor zijne paarden, of omdat de eerste maaiing hem mag hebben toebehoord. Hebr. scheringen; maar het Hebr. woord wordt alzo van afgemaaid gras ook gebruikt; Ps. 72:6.

Ps 72.6

Amos 7:4

13) twisten

Of, pleiten, rechten; en vervolgens straffen. Zie Hos. 4:1, met de aantekening.

Ho 4.1

14) vuur;

Van krijg en oorlog, gelijk in Amos 1:4,7,10. Sommigen verstaan het naar de letter van een hemelsen brand, gelijk Sodom en Gomorra overkwam, of anderen gemenen brand, of grote droogte. Zie Joel 1:19, met de aantekening.

Am 1.4,7,10 Joe 1.19

15) groten afgrond,

Dat is, diepte van wateren; waarvan Syri‰ verwoest door Tiglath-Pilezer, de Jordaan. Zie 2 Kon. 15:29; 1 Kron. 5:26.

2Ki 15.29 1Ch 5.26

Amos 7:7

17) die naar het paslood gemaakt was,

Hebr. een muur des pasloods; dat is, die naar het richtsnoer wel gemaakt was. Waardoor men [met sommigen] kan verstaan de republiek van Isra‰l, die God door zijn heilige wetten en zijn genadigen zegen wel en heerlijk gesticht en gebouwd had; en door het paslood, dat God ni in zijne hand had, zijn streng en rechtvaardig oordeel, dat Hij na langdurige verdraagzaamheid en verschoning [waarvan in het voorgaande] over Isra‰l wilde uitvoeren; omdat zij alles omgekeerd en geschonden hadden, gelijk in Amos 6:12, enz. Verg. Amos 8:2.

Am 6.12 8.2

18) paslood was in Zijn hand.

Het Hebr. woord wordt alleenlijk hier in deze beide verzen gevonden.

Copyright information for DutKant