Colossians 3:12

29) beminden,

Namelijk van God, die derhalve God weder moeten beminnen en gehoorzamen.

30) de innerlijke

Grieks de ingewanden der barmhartigheden; een Hebreeuwse wijze van spreken, waardoor innerlijke of hartelijke beweging tot enige zaak verstaan wordt. Zie Ef. 4:32; Filipp. 1:8, en Filipp. 2:1.

Eph 4.32 Php 1.8 2.1

Hebrews 10:28

55) te niet gedaan,

Dat is, verworpen, verlaten, verloochend, of daarvan afvallig is geworden, gelijk Deut. 13:5,6,7, en Deut. 17:2, wordt verklaard. Want hoewel er meer moedwillige zonden waren, die met den dood werden gestraft, nochtans zo ziet de apostel inzonderheid op deze zonde van den moedwilligen afval, gelijk het Griekse woord athetein, dat is, afzetten of teniet doen, en de vergelijking van Hebr. 10:29 medebrengt.

De 13.5,6,7 17.2 Heb 10.29
Copyright information for DutKant