Colossians 4:16

35) in de gemeente

Dat wil hij niet alleen, omdat dit een vermaarde gemeente in dat landschap was, maar ook omdat sommigen dezelfde dwalingen aldaar zochten in te voeren, waarvoor Paulus in de twee eerste hoofdstukken, Col. 1,2, van dezen zendbrief de Colossensen heeft gewaarschuwd.

36) uit Laodicea [geschreven]

De apostel spreekt hier niet van een brief, dien hij aan de Laodicensen zou geschreven hebben, gelijk sommigen gemeend hebben, en een brief hebben verzonnen, die in sommige Latijnse en ook Nederlanse Testamenten wordt gevonden, doch altijd voor apocrief gehouden; maar van een brief, die uit Laodicea geschreven is, waardoor sommigen verstaan den eersten zendbrief van Paulus aan Timothes, omdat in het onderschrift staat dat dezelve van Laodicea geschreven zou zijn, doch bij merkelijken misslag dergenen, die deze onderschriften bij de brieven van Paulus hebben gesteld, alzo het blijkt Col. 2:1, dat de gemeente van Colosse en Laodicea het aangezicht van Paulus nimmer gezien hadden; maar het is waarschijnlijkst dat Paulus spreekt van een brief, dien hij uit Laodicea had ontvangen, •f van de gemeente zelve, •f van enige apostolische mannen aldaar, in welken brief van deze dwalingen, of van de bewerkers derzelve, nadere verklaring werd gedaan, die den Colossensen ook tot nadere waarschuwing en onderrichting mocht dienen, wanneer dezelve met dezen brief van Paulus zou worden vergeleken.

Col 2.1
Copyright information for DutKant