Daniel 10:13

37) de vorst des koninkrijks van Perzie

Dat is, naar sommiger gevoelen een kwade engel. Vergelijk Ef. 6:12. Doch anderen verstaan door dezen vorst Cambyzes, die in het afwezen van zijnen vader het rijk regeerde, terwijl zijn vader Cyrus in andere landen krijg voerde.

Eph 6.12

38) stond tegenover Mij

Dat is, hij stond tegen mij, en ik heb hem tegenstand gedaan, dewijl hij kwade aanslagen tegen uw volk voorhad, namelijk tot verhindering van den bouw der stad en van den tempel, hetwelk God voor een korten tijd heeft toegelaten, om zijn volk des te meer tot ijver in het gebed op te scherpen en tot rechte boetvaardigheid.

39) een en twintig dagen;

Dat is, drie weken lang. Zie boven Dan. 10:2,3. De zin is, dat is de oorzaak waarom ik niet eer tot u gekomen ben, gelijk ik gedaan zou hebben indien ik hierdoor niet ware verhinderd geweest.

Da 10.2,3

40) Michael,

Enigen verstaan door Michael den Heere Christus zelf, die zijne dienaars bijstaat en hun kracht en sterkte geeft. Anderen menen dat Michael de naam van een aartsengel is, betekenende, wie is gelijk God? Daarom houden verscheidenen Michael voor een geschapen engel, omdat hier staat: Een van de eerste vorsten, en verklaren dat aldus: Een van de engelen, die tot vorsten gesteld zijn over de volken, hetwelk op Christus niet past, die het hoofd van de engelen is.

Daniel 12:1

1) te dier tijd

Te weten als Antiochus de Joden [en de Antichrist de kerk van het Nieuwe Testament] op het heiligst zal kwellen en bestrijden.

2) Michael

Zie boven Dan. 10:13.

Da 10.13

3) opstaan,

Of, zich opmaken om zijne kerk te verlossen, eerst van de vervolgingen van Antiochus, en ten laatste ook van de vervolgingen van den Antichrist.

4) voor de kinderen uws volks staat,

Dat is, die voor de kerk van God staat, haar beschuttende en beschermende tegen al hare vijanden.

5) verlost worden,

Dat is, beginnen verlost te worden, en de zaligheid en het heil Gods zal aankomen en eindelijk meer en meer vervuld worden door den Heere Christus, tot de opstanding der doden toe.

6) geschreven te zijn in het boek.

Dat is, die in den onveranderlijken raad Gods bestemd is om deze verlossing deelachtig te wezen; het is ene manier van spreken, genomen van de mensen, onder wie het gebruikelijk is dat van degenen, die in ene stad het burgerrecht ontvangen, de namen in een boek opgetekend worden; zie Exod. 32:32; Ps. 69:29, en Ezech. 13:9.

Ex 32.32 Ps 69.28 Eze 13.9

1 Thessalonians 4:16

34) een geroep

Het Griekse woord Keleusma betekent eigenlijk een geroep, dat met een bevel gevoegd is, gelijk aan degenen placht te geschieden, die enig werk gelijkelijk moeten doen, of een schip gelijkelijk voortroeien, of een strijd beginnen.

35) de stem

Wat dit voor ene stem of bazuin zal zijn, verklaart de Schrift niet breder, dan, daardoor wordt de grote macht en heerlijkheid van Christus in Zijn tweede toekomst voor ogen gesteld, die met Zijne engelen, als een overste zijn leger, met trompettengeluid en groot geschal zal komen, hetwelk schrikkelijk zal zijn voor zijne vijanden, en moed en troost geven aan zijne vrienden. Zie dergelijke beschrijvingen Matth. 25:31; Joh. 5:28; 1 Cor. 15:52; 2 Thess. 1:7, 2 Thess. 1:8; Jud.:14; Openb. 11:15.

Mt 25.31 Joh 5.28 1Co 15.52 2Th 1.7,8 Re 11.15

36) des archangels

Dat is, van den oversten engel, die hier uitdrukkelijk wordt onderscheiden van Christus. Zie hiervan nader Jud.:9.

37) in Christus

Dat is, in het geloof van Christus, gelijk Openb. 14:13.

Re 14.13

Revelation of John 12:7

18) er werd krijg

Dat hier, gelijk enigen menen, niet wordt gesproken van den eersten val des satans, en zijn wederspannigheid tegen den Zoon Gods, waarvan Christus spreekt Joh. 8:44, en Jud.:6, blijkt uit de reden meermalen verhaald, dat hier van toekomende dingen wordt gehandelt. Gelijk ook niet van den strijd, die Christus de ware Micha‰l, dat is, God even gelijk zijnde, Filipp. 2:6, tegen den satan heeft gevoerd, wanneer Hij de gedaante van een dienstknecht heeft aangenomen, en in het huis van den sterke is gekomen, om hem te binden en zijn vaten te ontroven, Matth. 12:29, en wanneer Hij hem door Zijn dood heeft teniet gedaan, en over hem aan het kruis gezegevierd, Col. 2:15; Hebr. 2:14. Want hoewel dit een eeuwigdurend fondament is van alle overwinning over den satan en zijn werktuigen, gelijk de inwoners des hemels hierna Openb. 12:10,11 zingen, zo is dit fondament ook al tevoren vast gelegd geweest, eer deze openbaring aan Johannes geschiedde. Derhalve moet deze krijg en overwinning hier verstaan worden van een bijzondere toe‰igening van deze eerste overwinning van Christus, die nog over den satan zou volgen in de leden van Christus, waarvan Christus ook spreekt Matth. 16:18, en Paulus Rom. 16:20; namelijk in de tijden der vervolgingen en verleidingen, onder de heidense en Ariaanse keizers, en andere ketterse koningen, wanneer Christus in Zijn leden op het hoogste is bestreden, en vooral ook wanneer de antichrist in het Westen en de Mohammedanen in het Oosten de overhand hebben verkregen, en de Kerk van Christus door de gehele wereld is verdrukt geworden; hetwelk klaar bewezen wordt uit den tijd van twaalf honderd zestig dagen, die na dezen strijd de vlucht van de vrouw in de woestijn wordt toegeschreven, en uit het triomflied van de inwoners des hemels, Openb. 12:10,11, hetwelk van zulk een overwinning, en derhalve ook van zulk een strijd, hier duidelijk spreekt.

Joh 8.44 Php 2.6 Mt 12.29 Col 2.15 Heb 2.14 Re 12.10,11 Mt 16.18 Ro 16.20 Re 12.10,11

19) Michael en zijn

Gelijk door dezen Micha‰l, dat is, wie is gelijk God, Christus zelf door meest al de uitleggers wordt verstaan, zo verstaan enigen door Zijn engelen de gelovigen, die door Christus, en met Christus, den draak en zijn engelen hebben overwonnen, gelijk hierna Openb. 12:11 wordt betuigd. Nochtans kan deze naam engelen van de engelen zelf ook wel verstaan worden, dewijl die van Christus, hun hoofd, tot troost en hulp der gelovigen in deze strijd ook dikwijls gezonden worden, gelijk te zien is Hebr. 1:14, en de voorbeelden van Elia, Elisa, van Dani‰l en zijn metgezellen, van Petrus en Paulus in hun gevangenschap, in de Schrift bewijzen; en gelijk de kerkelijke geschiedenis getuigt, dat de vrome martelaars, onder de heidense keizers en onder den antichrist, •f door de engelen uit hun handen zijn verlost, •f in hun pijnen verlicht, of vertroost en gesterkt. De vervolgers zijn ook door hen dikwijls door verscheidene plagen gestraft en gestuit, gelijk Herodes, Hand. 12:23, tot verlichting van de gemeente, door den Engel des Heeren is geslagen.

Re 12.11 Heb 1.14 Ac 12.23
Copyright information for DutKant