Daniel 3:22

38) het woord des konings aandreef,

Dat is, het bevel.

39) de vonken des vuurs die mannen,

De zin is dat de spranken, of het uiterste der vlam, of rook en damp, die sterke kerels, die het vuur stookten, heeft verbrand, maar dat die drie jongelingen in het midden der vlam, der kolen en van den gloed, onbezeerd zijn gebleven; de almogende kracht der voorzienigheid des Heeren heeft gemaakt dat die verbrand werden, die de koning wilde sparen, en die hij wilde verbrand hebben, werden gespaard. Vergelijk onder Dan. 6:25.

Da 6.24

40) opgeheven hadden,

Of, opgenomen hadden. Chaldeeuws, hadden doen opgaan; dat is, die hen eerst omhoog geheven hadden, om in den vurigen oven te werpen. Want dewijl de oven hoger of verhevener was dan de aarde, zo moesten de dienaars deze jongelingen eerst omhoog heffen en dan in het vuur laten vallen, of werpen.

Amos 5:19

54) Als wanneer iemand vlood

Zodanig zal des Heeren dag zijn, dat gij de straf niet zult ontgaan, maar van het ene verschrikkelijke gevaar in het andere vallen, totdat gij omkomt. Zie Jes. 24:18; Jer. 48:44; Hos. 13:7,8.

Isa 24.18 Jer 48.44 Ho 13.7,8
Copyright information for DutKant