Daniel 3:5

7) des hoorns, der pijp,

Chaldeeuws, karna, in het Latijn cornu.

8) der citer,

Chaldeeuws, kytros, of katros.

9) vedel, der psalteren,

Chaldeeuws, sabbechia, bij de Grieken en Latijnen sambuca genoemd, enigen zetten het over een harp, anderen een hakkebord.

10) des akkoordgezangs,

Chaldeeuws, sumfoniah. Hetwelk sommigen menen met het Grieks overeen te komen, betekenende een gezang van vele stemmen samen wel overeenstemmende. Doch anderen menen dat het is een Chaldeeuwse naam van een zeker muziekinstrument, als orgel, klavecimbaal, te dien tijde bekend.

Daniel 3:10

17) gegeven,

Chaldeeuws, gesteld; dat is laten uitgaan.

Daniel 3:15

25) [zo is het wel;]

De zin is: Indien gij nu nog mijn bevel gehoorzaamt, ik zal u genadig zijn. Dergelijke onvolmaakte rede vindt men Luk. 13:9. Anders in het begin van Dan. 3:15 aldus: Nu ziet, weest gijlieden gereed, enz. bevelsgewijze.

Lu 13.9 Da 3.15

26) wie is de God,

Hieronder begrijpt hij ook den waren God; zodat dit een gruwelijke godslastering is. Vergelijk hiermede de woorden van Senacherib, 2 Kon. 19, en der Farize‰n, Matth. 27:43.

Mt 27.43

27) verlossen zou?

Of, verlossen zal.

Copyright information for DutKant