Daniel 8:26

119) Het gezicht nu van avond en morgen,

Zie boven Dan. 8:14.

Da 8.14

120) sluit dit gezicht toe,

Dat is, verberg het, verzegel het, houd het geheim, te weten, dat het niet ruchtbaar worde onder de ongelovigen en vijanden van Gods kerk; zulke honden en zwijnen zouden daardoor meer verbitterd en razender gemaakt worden. Vergelijk Jes. 8:16; Openb. 10:4. Maar het wordt Dani‰l niet verboden den godzaligen Joden dit te openbaren tot hun troost, gelijk Dan. 12:4. Doch alles met overleg.

Isa 8.16 Re 10.4 Da 12.4

121) daar zijn nog vele dagen

Te weten eer deze profetie vervuld zal worden. Daar zijn over de drie honderd jaren verlopen van den dood van Belsazar, of het begin van de monarchie der Perzen over Babel [toen Dani‰l dit profeteerde] tot den dood van Antiochus Epifanes.

122) toe.

Tot hiertoe is verklaard het eerste deel van Dan. 8, namelijk, de profetie van het rijk der Perzen en Meden, van Alexander den Grote en dergenen, die hem in het rijk gevolgd zijn.

Daniel 12:4

16) sluit deze woorden toe,

Zie boven Dan. 8:26.

Da 8.26

17) den tijd van het einde;

Hebreeuws, tot den tijd van het einde, gelijk Dan. 12:9; dat is, totdat de tijd zal gekomen zijn, in welken het God zal believen dit volkomener te openbaren.

Da 12.9

18) naspeuren,

Het Hebreeuwse woord betekent eigenlijk omlopen, omtrekken, heen en weder lopen, om iets naarstiglijk te onderzoeken en uit te vinden. Zie Job 1:7. Alsof de engel zeide: Alhoewel er nu weinigen zijn, die begerig zijn om te weten den toekomenden staat der kerk, zo zal dan nog de tijd komen, dat er velen zullen pogen naar de kennis van deze heilige dingen, en zullen ook in kennis toenemen.

Job 1.7

2 Thessalonians 2:7

25) de

Dat is, de heimelijk opkomst dezer ongerechtige antichristische heerschappij wordt allengskens in de Kerk van Christus bevorderd, namelijk door den Satan en enige zijner werktuigen, die door begeerte van heersen [gelijk een Diotrephes daarover bestraft wordt, 3 Joh. 9, 3 Joh. 10]; en door invoering van valse en bijgelovige leerlingen en menselijke inzettingen, hier in den Satan, al van de tijden der apostelen af, de hand hebben geboden. Zie 1 Joh. 2:18. Of, de verborgenheid der ongerechtigheid werkt alrede.

1Jo 2.18

26) Die hem

Namelijk den antichrist in zijne opkomst wederhoudt, waarvan in het voorgaande vs. is gesproken.

27) hij

Namelijk die hem wederhoudt.

28) uit

Dat is, alzo gebroken zal worden, en zijn kracht verliezen, dat hij deze opkomende geestelijke heerschappij niet langer zal kunnen wederstaan. Wie deze nu is, is op het voorgaande 2 Thess. 2:6 verklaard.

2Th 2.6

Revelation of John 10:4

8) Verzegel hetgeen

Dergelijk verbod is te lezen Dan. 8:26, en Dan. 12:4, waardoor de gewichtigheid der dingen, die de donderslagen uitgesproken hadden, wordt te kennen gegeven, welke veel meer door hun uitkomst, dan door de voorzeggingen in de gemeente, moesten bekend worden.

Da 8.26 12.4

9) en schrijf dat niet.

Sommigen boeken hebben: en gij zult het daarna beschrijven; en daarom menen enigen dat hetgeen hier verzegeld wordt, daarna eerst in Openb. 14 zou beschreven worden; te meer omdat Openb. 1:1 wordt betuigd, dat deze openbaring van Christus Jezus is gegeven, om die Zijn dienaren bekend te maken, niet om die te verzwijgen. Zie ook hierna Openb. 22:10.

Re 1.1 22.10
Copyright information for DutKant