Deuteronomy 1:16

34) Hoort [de verschillen]

Of, horende [de verschillen] tussen uwe broeders, zo, enz.

35) deszelfs vreemdeling.

Dat is, die bij, of onder hem is, of verkeert.

1 Kings 3:11

19) vele dagen,

Alzo onder, 1 Kon. 3:13, al uwe dagen, voor al uw leven. Zo wordt een lang leven genaamd verlenging der dagen, onder, 1 Kon. 3:14, idem, vermenigvuldiging der dagen, Job 29:18, enz.

1Ki 3.13,14 Job 29.18

20) ziel uwer vijanden;

Dat is, hun leven, om hen daarvan te beroven.

21) om gerichtszaken te horen;

Dat is, om te kunnen onderscheiden tussen goed en kwaad, recht en onrecht, als hij de geschillen zou horen, die hem in het gericht zouden voorgebracht worden.

Lamentations 3:61-62

131) hun smaden gehoord,

Dat is, hun spijtige en smadelijke woorden, die zij over mij uitgestort hebben.

132) De lippen dergenen,

De woorden mijner vijanden, waarmede zij mij dreigen.

133) hun dichten

Dat is, de gedachten van hun boos hart.

134) tegen mij den gansen dag.

Versta hierbij, hebt Gij gehoord.

Malachi 2:14

45) Waarom?

Te weten, mag of wil de Heere ons spijsoffer niet aanschouwen?

46) een Getuige geweest is,

Te weten, een getuige der belofte, trouwen gedaan hebt, van u daartoe verzocht zijnde.

47) de huisvrouw uwer jeugd,

Dat is,die gij in uwe jeugd getrouwd hebt. Anders: uw jonge huisvrouw.

48) de huisvrouw uws verbonds is.

Dat is, aan wie gij door plechtig verbond en den band van het huwelijk, en door aanroeping van den Naam Gods, vastgeknoopt en verbonden zijt. Zie Spreuk. 2:17.

Pr 2.17
Copyright information for DutKant