Deuteronomy 1:4
13) Amorieten, Hebreeuws, des Amoriets; gelijk elders dikwijls. Zie van dit volk, Gen. 10:16. Van deze twee geschiedenissen, alsook van Basan, en Astharoth en Edre, zie Num. 21:21-35 en #Joz.13:31. Ge 10.16 Nu 21.21-35 Jos 13.31 14) in Astharoth, Astharoth en Edre waren twee koninklijke steden in Basan, naderhand den Rubenieten afgestaan, gelegen aan de oostzijde der Jordaan, aan het gebergte: Astharoth, in het noorden bij Syri; Edre in het zuidelijke einde van Basan. Zie Gen. 14:5 [waar Astharoth Karnam genoemd wordt], en Joz. 13:31. De afgoden der Filistijnen en Sidonirs waren ook Astharoth genoemd; zie Richt. 2:13. Ge 14.5 Jos 13.31 Jud 2.13Joshua 9:10
Joshua 13:31
26) de helft der kinderen Want zijn zes zonen hadden hun erfdeel ontvangen aan de andere zijde der Jordaan, met de negen stammen. Zie onder, Joz. 17:2. Jos 17.2
Copyright information for
DutKant