Deuteronomy 1:44

73) togen de Amorieten uit,

Hebreeuws, de Amoriet toog uit, enz.

74) de bijen doen;

Die, getergd en vertoornd zijnde, met menigte van alle kanten dengene navliegen, steken en verjagen, die haar komt storen. Zie Ps. 118:12.

Ps 118.12

Isaiah 7:18

55) te dien dage

Te weten, in welken Hij besloten heeft u en uwe nakomelingen te straffen.

56) toesissen

Dat is, Hij zal hen met sissen, schuifelen, of fluiten tot zich doen komen; zie boven Jes. 5:26.

Isa 5.26

57) vliegen,

Aldus noemt hij de Filistijnen; Idume‰n en Moren, die aan de grenzen van Egypte hunne woonplaatsen hadden. Zie de vervulling dezer profetie 2 Kon. 19:9, en 2 Kron. 28:17. De profeet noemt dat volk vliegen, ten aanzien van hun grote menigte; bijen, zo vanwege het steken met den angel en hun groot getal, als vanwege hunne ervarenheid in den krijg en kunst van een leger in orde te stellen. Vergelijk Deut. 1:44; Ps. 118:2.

2Ki 19.9 2Ch 28.17 De 1.44 Ps 118.2

57) de bijen

Copyright information for DutKant