Deuteronomy 1:8
24) voor uw aangezicht; Dat is, Ik heb het voor u opengesteld, dat gij het inneemt, enz. Alzo wordt van de inwoners van dit land gezegd, dat God hen voor Israls aangezicht gegeven heeft; dat is [gelijk de Schrift ook spreekt] in hun hand, om die te slaan. Zie onder, Deut. 2:31,33, en elders dikwijls. De 2.31,33
Copyright information for
DutKant