Deuteronomy 10:17

20) goden,

Dat is, de afgoden zijn niets, maar deze is de enige, ware, allerhoogste God, die ook heerst over alle engelen en mensen, die vanwege enig goddelijk ambt, of dienst goden genaamd worden; alzo Ps. 50:1. Vergelijk 1 Cor. 8:5,6, en Openb. 17:14, en Openb. 19:16.

Ps 50.1 1Co 8.5,6 Re 17.14 19.16

21) aangezicht aanneemt,

Dat is, die geen uiterlijk onderscheid der mensen aanziet of iemand rijk of arm, ingeboren of vreemdeling, Jood of heiden zij, enz. Zie ook Lev. 19:15.

Le 19.15
Copyright information for DutKant