Deuteronomy 10:8

10) om voor het aangezicht des HEEREN te staan,

Dat is, om hem in de verrichting van den godsdienst in zijn heilige woning te dienen, gelijk de volgende woorden verklaren. Vergelijk onder, Deut. 17:12, en Deut. 18:5,7; Richt. 20:28; 1 Kon. 17:1; Ps. 134:1, en Ps. 135:2; Ezech. 44:15,16.

De 17.12 18.5,7 Jud 20.28 1Ki 17.1 Ps 134.1 135.2 Eze 44.15,16

11) in Zijn Naam te zegenen,

Om Gods zegen in zijn naam of van zijnentwege over het volk in het scheiden der vergadering uit te spreken. Zie Lev. 9:23.

Le 9.23
Copyright information for DutKant