Deuteronomy 11:12

14) bezorgt;

Hebreeuws, zoekt, nazoekt, of navraagt: menselijk van God gesproken. Want de mensen plegen te zoeken en te vragen naar hetgeen zij een bijzondere genegenheid toedragen. Vergelijk Job 3:4; Jes. 62:2.

Job 3.4 Isa 62.2

2 Samuel 4:8

21) uw ziel zocht,

Dat is, die uw leven zocht, u naar het leven stond. Zie Exod. 4:19; 1 Sam. 20:1, en 1 Sam. 23:15; 2 Sam. 16:11; Ps. 63:10, enz.; elders betekent deze manier van spreken ook iemands leven zoeken te behouden, Spreuk. 29:10.

Ex 4.19 1Sa 20.1 23.15 2Sa 16.11 Ps 63.9 Pr 29.10

Proverbs 29:10

23) Bloedgierige

Hebreeuws, mannen, of lieden der bloeden; dat is de bloedgierige mensen, of die tot doodslagen genegen zijn. Zie Ps. 5:7.

Ps 5.6

24) vrome;

Zie Gen. 6:9, en Job 1:1.

Ge 6.9 Job 1.1

25) ziel.

Te weten om die van het verderf te bevrijden. Vergelijk Ps. 142:5. Anders is de ziel van iemand te zoeken naar zijn leven staan. Zie Exod. 4:19; 2 Sam. 4:8.

Ps 142.4 Ex 4.19 2Sa 4.8
Copyright information for DutKant