Deuteronomy 11:14
16) Zo zal Ik den regen Hier voert Mozes God zelven in, aldus sprekende. 17) lands geven te Zijner tijd, Dat is, uw land vereisen zal. 18) vroegen regen Dien God gaf, nadat het land bebouwd en bezaaid was, om het zaad uit de aarde te doen opschieten. 19) spaden regen, Die kort v¢¢r den oogst viel, om de vruchten zwaar en rijp te maken. Zie Jer. 5:24; Hos. 6:3; Jol. 2:23; Jak. 5:7. Jer 5.24 Ho 6.3 Joe 2.23 Jas 5.7
Copyright information for
DutKant