Deuteronomy 17:3

5) het ganse heir des hemels,

Of, enig; dat is, geen van allen.

6) hetwelk ik niet geboden heb;

Maar wel uitdrukkelijk en scherpelijk verboden.

2 Kings 17:16

27) alle heir des hemels,

Zie Deut. 4:19.

De 4.19

28) Baal.

Zie Richt. 2:11.

Jud 2.11

Isaiah 40:26

87) deze dingen

Te weten die dingen, die in de hoogte zijn, als de hemel en al wat daarin en daaraan is.

88) hun heir

Dat is, de sterren, die Hij elk in haar orde gesteld heeft en als een heirleger elk op hare beurt doet tevoorschijn komen, en zij allen zijn Hem gehoorzaam; zie Ps. 147:4.

Ps 147.4

89) voortbrengt;

Of, uitvoert.

90) niet een gemist.

Te weten van al die soldaten in zijn heir; dat is, van al de sterren.

Jeremiah 19:13

25) met al de huizen,

Anders: om, of vanwege.

26) daken

Omdat zij plat waren. Zie Deut. 22:8, en onder Jer. 32:29.

De 22.8 Jer 32.29

27) heir des hemels

Gelijk boven Jer. 8:2.

Jer 8.2

28) geofferd

Gelijk boven Jer. 7:18.

Jer 7.18
Copyright information for DutKant