Deuteronomy 18:10-12

10) door het vuur doet doorgaan,

Zie de aantekeningen Lev. 18:21.

Le 18.21

11) die met waarzeggerijen omgaat,

Hebreeuws, een voorzegger der voorzeggingen, of, rader der raadselen, gisser der gissingen.

12) een guichelaar,

Zie Lev. 19:26.

Le 19.26
13) bezweerder,

Hebreeuws, die met bezwering zweert, of, bezwering bezweert; eigenlijk: die koppeling samenkoppelt.

14) een waarzeggenden geest

Zie Lev. 19:31, en Lev. 20:6.

Le 19.31 20.6
15) den HEERE een gruwel;

Hebreeuws, een gruwel des HEEREN. Zie boven, Deut. 17:1.

De 17.1

16) verdrijft hen de HEERE,

Te weten, de inwoners van Kana„n.

Luke 18:1-2

1) altijd bidden moet,

Dat is, bij alle gelegenheden aanhouden met bidden totdat men verkrijgt, en niet nalatig worden, of den moed verloren geven, al is het dat men niet terstond verhoord wordt.

Luke 18:6-7

5) lankmoedig is over hen?

Dat is, langzaam schijnt daartoe te komen, om door het straffen der goddelozen zijne uitverkorenen te verlossen.

Revelation of John 16:15

25) Ziet, Ik kom

Dit wordt hierbij gevoegd om een ieder te waarschuwen, dat hij op zijn hoede is, daar in dien dag alles een einde zal nemen, en na dien tijd geen tijd van bekering meer over zal zijn; gelijk hierna zal volgen. Zie Matth. 24:43; Luk. 12:39, en Openb. 3:3.

Mt 24.43 Lu 12.39 Re 3.3

26) men zijn schaamte

Grieks en zij zijn schaamte zien; dat is, de schandelijkheid zijner zonden, namelijk zo zij door het kleed der gerechtigheid van Christusl, en door een waar geloof met leedwezen gevoegd, niet worden gedekt. Zie Gal. 3:27, en Openb. 3:18.

Ga 3.27 Re 3.18
Copyright information for DutKant