Deuteronomy 18:15

19) Een Profeet,

Versta, den Heere Jezus Christus; Hand. 3:22, en Hand. 7:37.

Ac 3.22 7.37

20) als mij,

Niettegenstaande de eeuwige Godheid, onbevlekte mensheid en het zaligmakende ambt onzes Heeren Jezus Christus, mag Hij evenwel met Mozes worden vergeleken in de volgende zaken: I. Gelijk Mozes een waarachtig mens was, uit het zaad van Abraham, alzo ook Christus. II. Gelijk Mozes Gods volk gevoerd heeft uit de lichamelijke slavernij van Egypte, alzo heeft Christus zijn volk verlost uit de geestelijke slavernij. III. Gelijk Mozes stond tussen God en het volk in het verbond der wet, Gal. 3:19, alzo is Christus de enige Middelaar tussen God en zijn volk in het verbond der genade. IV. Gelijk Mozes getrouw was in het ganse huis Gods, Hebr. 3:2, alzo Christus bovenal, in zijn gemeente te bezorgen, enz. V. Mozes was een groot profeet en leraar des volks; Christus is het hoofd aller profeten, door wiens geest Mozes en de andere gesproken hebben, 1 Petr. 1:11. Doch dat hier de andere profeten niet verstaan worden, blijkt Deut. 34:10, waar gezegd wordt dat geen profeet in Isra‰l is opgestaan gelijk Mozes.

Ga 3.19 Heb 3.2 1Pe 1.11 De 34.10

Hebrews 3:2-5

7) Die Hem gesteld heeft,

Grieks die hem gemaakt heeft; namelijk tot een apostel, profeet en hogepriester. Zie 1 Sam. 12:6; Hand. 2:36.

1Sa 12.6 Ac 2.36

8) zijn huis was.

Dat is, Zijne gemeente, die het huis Gods genoemd wordt, omdat Hij daarin door Zijn woord, genade en Geest woont. Zie Matth. 18:20; 1 Tim. 3:15.

Mt 18.20 1Ti 3.15
9) Deze is zoveel meerder

Namelijk Christus, de apostel en hogepriester onzer belijdenis.

10) gebouwd heeft,

Of toegerust, toebereid.

11) dan het huis.

Namelijk dat door Hem gebouwd is, namelijk Zijn gemeente, waarvan Mozes een lidmaat is.

12) Die dit alles gebouwd heeft,

Dat is, teweeggebracht heeft, wat tot den welstand Zijner gemeente behoort.

13) is God.

Waaruit dan noodwendig volgt dat Christus ook deze ware God is, die dit alles heeft gebouwd, zoals hij in Hebr. 3:3 getuigd had.

Heb 3.3
14) tot getuiging der dingen,

Of tot getuigenis. Dit zegt de apostel van de voorzeggingen en ceremoni‰n des Ouden Testaments, die door Mozes en de profeten zijn voorgesteld, en daarna door Christus en de apostelen nader en breder zouden verklaard worden, gelijk Mozes zelf getuigt; Deut. 18:15.

De 18.15
Copyright information for DutKant