Deuteronomy 18:19-20

2 Kings 2:24

35) vloekte hen,

Niet uit haat van hun personen, maar van de afgoderij, die zij zozeer beminden, dat zij den waren God en zijn trouwe dienaren, van den tijd dat zij enig verstand gehad hadden, geleerd en gewend waren vijandelijk te haten.

36) in den Naam des HEEREN.

Dat is, door bevel en ingeving des Heeren; of met aanroeping zijns naams. In den naam des Heeren iets doen, is zulks te doen: I. door bevel, last en drijving Gods, Deut. 18:19; 2 Kron. 33:18; Joh. 5:43; II. met het vertrouwen op Gods hulp en de aanroeping zijns naams, Ps. 44:6, en Ps. 63:5; III. om Godswil, of ter oorzaak van hem, Matth. 18:5; ter ere Gods, Coloss. 3:17.

De 18.19 2Ch 33.18 Joh 5.43 Ps 44.5 63.4 Mt 18.5 Col 3.17
Copyright information for DutKant