Deuteronomy 2:29
35) kinderen van Ezau, Versta dit van het verkopen van brood en water; dat is, spijs en drank, want den doortocht hebben zij Isral afgeslagen, Num. 20:18; Richt. 11:17. Nu 20.18 Jud 11.17 36) Moabieten, Die Isral wel geen brood noch water hebben tegemoet gebracht [zie onder, Deut. 23:4], maar misschien wel dit hun mogen verkocht hebben; daar zij immers hen niet van hun palen afgedreven hebben. De 23.4
Copyright information for
DutKant