Deuteronomy 21:12-13
10) binnen in uw huis brengen; Hebreeuws, in het midden van uw huis; gelijk onder, Deut. 22:2. De 22.2 11) besnijden. Hebreeuws, maken; dat is, toemaken, bereiden. In dezen zin wordt het Hebreeuwse woord ook gevonden 2 Sam. 19:24. Al deze ceremonin in Deut. 21:12 en Deut. 21:13 verhaald, als: scheren van het hoofd, besnijden, of reinigen der nagels, het afleggen der vorige heidense klederen, het bewenen van haar ouders, enz., waren een teken van de aflegging en verlating des vorigen heidensen afgodischen wezens, aanneming der ware religie en inlijving in Gods volk. Vergelijk Ps. 45:11. Sommigen, die menen dat deze dingen dienden om den man van dit huwelijk afkerig te maken, zetten het over: nagels laten wassen. 2Sa 19.24 De 21.12,13 Ps 45.10 12) kleed harer gevangenis Het heidense kleed, waarin zij gevangen was. 13) een maand lang bewenen; Hebreeuws, een man der dagen. Zie Gen. 29:14; alzo, een jaar der dagen; dat is, een vol jaar. Zie Gen. 41:1. Ge 29.14 41.1 2 Samuel 19:24
46) zoon, Dat is, kindskind. Want Mefiboseth was Jonathans zoon, boven, 2 Sam. 9:3,6, enz. 2Sa 9.3,6 47) voeten Hebreeuws, had zijn voeten niet gemaakt noch zijn knevelbaard gemaakt; dat is, [gelijk dit woord dikwijls elders genomen wordt] toegemaakt, bereid, toegeschikt. Vergelijk inzonderheid Deut. 21:12. Dit waren alle tekenen van grote droefheid en rouw, die Mefiboseth had over Davids ongeluk, die hem zoveel goeds gedaan had. Vergelijk boven, 2 Sam. 12:20. De 21.12 2Sa 12.20 48) weggegaan, Van Jeruzalem, vluchtende voor Absalom. Psalms 45:10
30) kostelijke Hebr. kostelijke, doch in het vrouwelijke geslacht, zulks dat het van vrouwen moet worden verstaan. Verg. Ps. 45:15. Anders, in uwe kostelijkheden. Ps 45.14 31) koningin Of, bedgenoot; dat is hier de bruid. 32) Ofir Zie 1 Kon. 9:28. 1Ki 9.28
Copyright information for
DutKant