Deuteronomy 21:16-17

19) de eerstgeboorte

Dat is, het recht der eerstgeboorte.

20) voor het aangezicht

Dat is, hem in zijn tegenwoordigheid en als onder zijn ogen voorbij gaande, tot zijn beschaming en verkorting. Anders, voor zijn aangezicht; dat is, in zijn plaats.

21) kennen,

Dat is, hij zal met de daad bewijzen dat hij hem houdt voor den eerstgeborene.

22) dubbele deel van alles,

Of, twee delen. Hebreeuws, den mond van twee; vergelijk 2 Kon. 2:9. Zie de aantekeningen daar; idem Zach. 13:8.

2Ki 2.9 Zec 13.8

23) recht der eerstgeboorte

Zie Gen. 25:31.

Ge 25.31
Copyright information for DutKant