Deuteronomy 23:18

22) hondenprijs

Dat is, geld, hetwelk met de gruwelijke zonde der onkuisheid, in Deut. 23:17 vermeld, verdiend is. Vergelijk 2 Sam. 3:8; Openb. 22:15. Sommigen verstaan dit eigenlijk van den prijs, waarvoor een hond, als een onrein dier, verkocht is.

De 23.17 2Sa 3.8 Re 22.15

1 Samuel 24:14

24) Gelijk als het spreekwoord der ouden zegt:

Hebreeuws, naar de spreuk des ouden; dat is, der ouden, te weten, die lang v¢¢r dezen tijd geleefd hebben.

25) Van de goddelozen komt goddeloosheid voort;

Alsof hij zeide: Gij behoeft voor mij niet te vrezen, ik zal mijn handen aan u niet leggen. Goddeloze mensen begaan zulke goddeloze daden. Godzalige mannen wreken zichzelven niet, maar zij geven Gode de wraak op. Alzo zal ik ook doen; ik zal mijn handen met het bloed des konings niet bezoedelen.

2 Samuel 9:8

14) doden hond,

Een spreekwoord bij de Joden, waarmede iemands nietigheid en verachtelijkheid wordt uitgedrukt. Zie 1 Sam. 24:15, en onder, 2 Sam. 16:9. Vergelijk boven, 2 Sam. 3:8.

1Sa 24.14 2Sa 16.9 3.8

2 Samuel 16:9

23) dode hond

Zie boven, 2 Sam. 9:8.

2Sa 9.8
Copyright information for DutKant