Deuteronomy 25:5-6

15) een van hen sterft,

Anders, de eerste; dat is, de eerstgeborene of de oudste onder velen, ja ook de naaste bloedverwant onder velen. Vergelijk Gen. 38:6, enz; Ruth 3, en Matth. 22:24, enz.

Ge 38.6 Mt 22.24

16) aan geen vreemden man daarbuiten geworden;

Versta, buiten den familie van haar gestorven man zal zij niet mogen trouwen of iemand ter vrouw worden.

17) nemen haar zich ter vrouw,

Wel verstaande, zo hij ongetrouwd is. Zie de wet Lev. 18:18.

Le 18.18
18) zal staan in den naam zijns broeders,

Dat is, zal een zoon des gestorven broeders genaamd worden, en als zijn erfgenaam in zijn plaats treden.

19) opdat zijn naam niet

Hieruit, alsook uit Deut. 25:7, blijkt dat dit huwelijk voornamelijk zag op de vermenigvuldiging van Abrahams zaad, of de Joodse famili‰n, tot op de komst van den Messias. Dienvolgens gaat deze wet den Christenen gans niet aan.

De 25.7
Copyright information for DutKant