Deuteronomy 28:8
7) den zegen Hebreeuws, den zegen met u gebieden. 8) gebieden, Zie Lev. 25:21. Le 25.21 9) en in alles, Hebreeuws, en in allen aanslag, of, alle uitsteking uwer hand.Deuteronomy 28:11-12
13) hemel, Dat is, de lucht [als zijne schatkamer] alzo regeren, dat u de tijdige regen vandaar afkome.Psalms 65:9
14) uitgangen Dat is, de mensen en wilde dieren, die des morgens en des avonds uitgaan. Zie Ps. 104:20,21, enz. Anders, de uitkomsten, dat is, het is van U dat een vrolijke morgen en avond komt. Ps 104.20,21Psalms 67:6
Joel 2:22
80) beesten des velds! Verg. Joel 1:18,19,20. Dit is als een antwoord op het schreeuwen der beesten tot God. Joe 1.18,19,20 81) zullen [weder] Hebr. eigenlijk, hebben voortgebracht; en zo in het volgende, dat is, zullen zo zekerlijk voortbrengen, alsof het voor ogen ware. 82) wijnstok en vijgeboom Verg. Joel 1:7,11,12, en Lev. 26:4,20. Joe 1.7,11,12 Le 26.4,20
Copyright information for
DutKant