Deuteronomy 29:23

30) verbranding;

Dat is, dat de aarde verbrandt. Anders, dat zijn ganse aarde [door] zwavel verbrand is. De zin is, dat dit land door Gods rechtvaardigen vloek gans wonderbaarlijk geschonden en bedorven zij, gelijk eertijds Sodom, Gomorra, enz.

Judges 9:45

68) zout.

Menende nu volkomenlijk te triomferen en niet denkende wat hij zelf verdiend had, doet hij dit uit hoogmoed, tot een teken dat Sichem eeuwiglijk onvruchtbaar, woest en onbewoond zou blijven, of tot een eeuwig gedenkteken van een voorbeeldige straf dezer rebellie. Vergelijk Num. 18:19; Deut. 29:23; 2 Kron. 13:5; Zef. 2:9. Maar dat Sichem naderhand bebouwd en bewoond is geweest, blijkt 1 Kon. 12:1,25.

Nu 18.19 De 29.23 2Ch 13.5 Zep 2.9 1Ki 12.1,25

Job 39:6

15) krommen,

Te weten, om te beter te baren.

16) smarten

Versta, de geboortepijnen, die in deze dieren groot zijn, en van welke zij alleen geholpen worden door de goddelijke voorzienigheid. Zie Ps. 29:9.

Ps 29.9

Jeremiah 17:6

21) heide

Of, een tamarisboom, of struik, die somtijds in geheel dorre of droge plaatsen gevonden wordt, waar geen ander geboomte wast, gelijk de kruidbeschrijvers betuigen. Anders: [een boom] die gans ontbloot is; gelijk het Hebreeuwse woord naar zijn eigenlijke betekenis genomen wordt; Ps. 102:18.

Ps 102.17

22) gevoelt,

Hebreeuws, ziet; dat is gevoelt, verneemt. Sommigen verstaan dit en de volgende w oorden van den goddeloze zelf, die het goede niet zal zien, maar enz., de zin opeen uitkomende, vergelijk Ps. 68:7.

Ps 68.6

23) goede komt;

Dat is, goed weder, regen, tijdige warmte, enz.

24) blijft

Hebreeuws, woont; dat is blijft altijd staan.

25) dorre plaatsen

Hebreeuws eigenlijk, verbrande, aangestokene; dat is zeer dorre, droge.

26) zout

Dat is, onvruchtbare. Zie Deut. 29:23, en Ps. 107:34. Hebreeuws, in een land der zoutigheid.

De 29.23 Ps 107.34

27) onbewoond land.

Hebreeuws, en [alwaar] gij niet zult, of zoudt wonen; of, [dat] niet bewoond zal worden, of bewoond wordt, of niet bewoonbaar is; gelijk het Hebreeuwse woord [dat anderszins zitten, wonen, blijven betekent] alzo somtijds genomen is als het van plaatsen gebruikt wordt; zie onder Jer. 50:39; Jes. 13:20; Ezech. 29:11, enz.

Jer 50.39 Isa 13.20 Eze 29.11
Copyright information for DutKant