Deuteronomy 3:1

43) ganse streek der beek Jabbok,

Hebreeuws, de ganse zijde van de beek Jabbok en de steden, enz.

44) verboden had.

Hebreeuws, geboden; dat is, verboden. Zie van dit gebruik des woords gebieden Lev. 4:2, en onder, Deut. 4:23. Hoewel men deze woorden hier ook aldus kon overzetten: waarvan de Heere ons geboden had; te weten, dat wij die niet zouden genaken.

Le 4.2 De 4.23

Deuteronomy 3:11

12) alleen van de overigen

Dit dient tot vergroting van de macht des HEEREN, die Hij in het verdelgen van dezen reus en al zijn volk bewezen heeft.

13) Rabba der kinderen Ammons?

De hoofdstad der Ammonieten. Zie 2 Sam. 12:26. De zin is, dat deze bedstede voorzeker daar nog voorhanden was.

2Sa 12.26

14) ellen is haar lengte,

Zie Gen. 6:15.

Ge 6.15
Copyright information for DutKant