Deuteronomy 3:14
15) Jair, de zoon van Manasse, Zie Num. 32:41. Nu 32.41 16) Gezurieten en Maachatieten; Hebreeuws, Geschuri; dat is, de Geschurieten. Gesur en Macha waren beiden gelegen aan de noordergrenzen van Kanan. Zie 2 Sam. 3:3, en 2 Sam. 10:6. 2Sa 3.3 10.6 17) Havvoth-jair, Hebreeuws, Chovvot; dat is, Jars hoeven. Zie Num. 32:41. Nu 32.41 18) tot op dezen dag. Versta, zijn die alzo genoemd; zij hebben dezen naam behouden; alzo elders dikwijls.
Copyright information for
DutKant