Deuteronomy 32:2

3) druipe als een regen,

Of, zal druipen; dat is, ik zal een leer voorstellen, die zo dienstig en heilzaam zal zijn voor de mensen als de dauw en regen is voor het kruid. Vergelijk Ezech. 21:2; Amos 7:16; Micha 2:6, enz.

Eze 21.2 Am 7.16 Mic 2.6

4) druppelen op het kruid.

Of, een dichte regen.

2 Samuel 23:4

9) gelijk het licht des morgens,

Dat is, de komst van den Messias, en de verrichting van zijn zaligmakend ambt, zal zo lieflijk, aangenaam, nuttig en vruchtbaar zijn voor zijn kerk, als de zaken, in deze gelijkenis verhaald, voor de aarde en haar gewas zijn. Vergelijk met 2 Sam. 23:4, Hos. 6:3; Ps. 110:3; idem Jes. 60:1,2; Mal. 4:2; Luk. 1:78, en voorts Jes. 44:3,4, enz., en Jes. 55:10,11, enz.

2Sa 23.4 Ho 6.3 Ps 110.3 Isa 60.1,2 Mal 4.2 Lu 1.78 Isa 44.3,4 Isa 55.10,11

Job 29:23

41) [naar] den regen,

Vergelijk Ps. 72:6.

Ps 72.6

42) spaden regen.

Zie Deut. 11:14.

De 11.14

Hosea 6:3

7) kennen,

Zie van zulke samenvoeging van twee woorden Ps. 45:5. De zin is: Wij zullen door des Heeren genade alsdan hem en zijnen Messias kennen, en vuriglijk ijveren en zorg daarvoor dragen, dat wij in kennis mogen toenemen en wassen, totdat wij eindelijk na dezen de volmaaktheid bekomen. Zie boven Hos. 2:19; 1 Cor. 13:9,10, en vergelijk hiermede hun vorigen staat, boven Hos. 4:1,6, en Hos. 5:4.

Ps 45.4 Ho 2.20 1Co 13.9,10 Ho 4.1,6 5.4

8) uitgang

Dat is opgang, als wanneer de zon gelijk een bruidegom uit zijne slaapkamer uitgaat, [Ps. 19:6]. Versta, de aankomst van God tot de verlossing van zijn volk uit de Babylonische gevangenschap, en de Heere Christus tot onze geestelijke verlossing.

Ps 19.5

9) bereid

Of, gericht, geschikt.

10) dageraad;

Zo aangenaam en lieflijk, idem zo zeker en vast, als het aanbreken van den dag en het rijzen der zon, na de nachtelijke duisternis.

11) tot ons komen

Of, voor ons, tot ons best.

12) regen,

Dat is, na een langdurige droogte, wanneer men zeer naar regen verlangd heeft. Vergelijk Deut. 32:2; Job 29:23; Ps. 72:6, en Ezech. 34:26.

De 32.2 Job 29.23 Ps 72.6 Eze 34.26

13) spade regen [en] vroege regen

Zie Deut. 11:14. De zin is dat God niet zal feilen om zijne weldadigheid aan zijne kerk te bewijzen en te vervolgen, telkens op zijnen tijd, en voornamelijk zijn genadewerk door Christus.

De 11.14

14) des lands.

Of, der aarde.

Copyright information for DutKant