Deuteronomy 32:24

49) karbonkel en bitter verderf;

Dat is, vurig gezwel, hebbende den naam van een vurige kool.

50) stofs.

Die het stof der aarde eten, Gen. 3:14.

Ge 3.14

Psalms 91:6

10) op den middag

Dat is, openlijk: alzo ook Jer. 15:8. Alsof hij zeide: Gij zult niet vrezen voor de pestilentie, des nachts noch des daags; ofschoon zij er velen rondom u heen wegrukt, de Heere zal u bewaren; welverstaande indien het tot zijne eer en tot uwe zaligheid zal zijn.

Jer 15.8

Isaiah 28:2

7) een sterke

Te weten den koning van Assyri‰, door wien de Heere had voorgenomen de tien stammen van Isra‰l te straffen en hun land te verderven.

8) een poort

Dit betekent de verwoesting en ondergang van den gansen stand van het Isra‰litische rijk. In de stadspoorten plachten de overheden te zitten ten gericht. Of men kan het zo nemen, poort des verderfs; dat is, een wijde opening tot ondergang. Anders: Een onweder des verderfs.

9) sterke

Of, veler wateren.

10) met de hand.

Dat is, met kracht, Salmanassar heeft het koninkrijk der tien stammen in weinige jaren overmeesterd; 2 Kon. 18:10,11.

2Ki 18.10,11
Copyright information for DutKant