Deuteronomy 32:4
7) Rotssteen, Dat is, vast en onbewegelijk, een gewisse toevlucht en bescherming voor de zijnen. Alzo onder, Deut. 32:31. De 32.31 8) Zijn wegen zijn gerichte. Al zijn doen, zijn ganse regering, is vergezelschapt met gerechtigheid, strekkende tot behoudenis der vromen en straf der bozen.
Copyright information for
DutKant