Deuteronomy 33:13-14

40) uitnemendste des hemels,

Versta, de uitnemendste vruchte, die door den regen der lucht voortgekomen en wassen. Zie Gen. 49:25.

Ge 49.25

41) diepte,

Dat is, de diepe wateren. Zie Gen. 49:25.

Ge 49.25
42) uitnemendste inkomsten der zon,

Hebreeuws, van het uitnemendste der inkomsten van de zon; en zo in het volgende; dat is, de schoonste vruchten, die door de warmte der zon voortkomen en rijpen.

43) maan;

Die de maan in verscheiden maanden is voortzettende of voortstotende, doordien zij het aardrijk bevochtigt.

Copyright information for DutKant