Deuteronomy 33:16

46) en [van] de goedgunstigheid

Of, en [dit door] de goedgunstigheid Gods; zijnde de fontein van dezen zegen.

47) Die in het braambos woonde,

Die Mozes in het bos verscheen, Exod. 3:2.

Ex 3.2

48) Jozef,

Dat is, Jozefs nakomelingen.

49) afgezonderden van zijn broederen!

Zie Gen. 48:22, en Gen. 49:26.

Ge 48.22 49.26

Psalms 24:1

1) volheid,

Te weten, alle schepselen, waarmede de Heere de aarde vervuld heeft. Dat Hij dan uit dit alles, hetwelk Hem door het recht der schepping toekomt, zijn volk tot een bijzonder eigendom voor zich verkiest en op zijn berg huisvest, is zijn bijzonder genade. Verg. Exod. 19:5; Deut. 10:14,15.

Ex 19.5 De 10.14,15
Copyright information for DutKant