Deuteronomy 33:2

3) De HEERE is van Sinai gekomen,

Mozes schijnt hier Gods openbaringen, in zijn tijd aan Isra‰l gedaan, te vergelijken bij den gang der zon, die hiervoor breekt allengskens, en bij trappen rijst en meerder licht geeft, totdat zij ten laatste het klare middaglicht voortbrengt. Alzo heeft de Heere eerst zijn wet gegeven op den berg Sina‹, Exod. 19, Exod. 20. Daarna heeft Hij water uit de rots gegeven en aan het gebergte Se‹r, of der Edomieten, de metalen slang, zijnde, benevens het man, voorbeelden van Christus, doen oprichten, Num. 20:21; Joh. 3:14; 1 Cor. 10:4. Ten laatste heeft Hij door Mozes in der Moabieten land zijn wet zeer heerlijk verklaard, dat profetische lied en dezen zegen voor zijn volk geopenbaard, gelijk in dit ganse boek te zien is. Vergelijk Hab. 3:3,4, enz.

Nu 20.21 Joh 3.14 1Co 10.4 Hab 3.3,4

4) Paran,

Van Se‹r en Paran zie men Gen. 14:6, en boven Deut. 1:1.

Ge 14.6 De 1.1

5) heiligen;

Hebreeuws, der heiligheid. Versta, de millioenen der heilige engelen, welker hoofd de Zoon van God is. Zie Hand. 7:53; Gal. 3:19, en vergelijk Ps. 68:18; Dan. 7:10, enz.

Ac 7.53 Ga 3.19 Ps 68.17 Da 7.10

6) vurige wet

Hebreeuws, vuur der wet. Versta, dat grote vuur, uit welks midden de wet tot het volk uitgesproken werd. Zie boven, Deut. 4:11,12,33,36, en Deut. 5:22,23,24,25,26, en Exod. 19:16,18. Anders, hadden zij; te weten, de heilige engelen, een vuur der wet.

De 4.11,12,33,36 5.22,23,24,25,26 Ex 19.16,18

7) hen.

De Isra‰lieten.

Copyright information for DutKant