Deuteronomy 4:36

44) Van den hemel

Dat is, uit de lucht.

45) op de aarde

Te weten, op den berg Sina‹.

1 Kings 12:11

19) schorpioenen kastijden.

Dat is, met geselen, welke scherpe haken aanhebben om te steken en te doorwonden, gelijk de scorpioenen doen. Anderen verstaan geselen van egelentier of andere doornen gemaakt, waarbij de dienstbaarheid vergeleken wordt, waarmede de koning geraden wordt zijn volk te dreigen.

1 Chronicles 15:22

23) opheffen;

Te weten, der stemmen, of des gezangs, gelijk 1 Kron. 15:27. Dat is, hij was zangmeester, die orde stelde op de tonen en stemmen, en wanneer de zangers zouden opheffen, of beginnen te zingen; zie 1 Kron. 15:27. Anderen verstaan dat hij de voornaamste geweest is in het opheffen van de ark, dat is, het beleid daarvan gehad heeft.

1Ch 15.27,27

24) onderwees

Anders, hij was overste in, enz.

Job 4:3

4) slappe handen

Versta, de mensen, die traag waren in het volbrengen van hun schuldigen plicht, voornamelijk wanneer hun een zwaar kruis en lijden bejegend was. Vergelijk Jes. 35:3. De handen worden gezegd te verslappen als der mensen moed en kracht vergaan. Zie 2 Sam. 4:1.

Isa 35.3 2Sa 4.1

Psalms 6:1

1) opperzangmeester,

Zie Ps. 4:1.

Ps 4.1

2) scheminith.

Dat is, achtste. Sommigen houden het voor een achtsnarig spel, anderen voor zekeren toon der muziek of achste snaar, bij de muzikanten genoemd een octaaf; zie ook 1 Kron. 15:21.

1Ch 15.21

3) kastijd

Verg. Jer. 10:24. Het Hebr. woord betekent niet alleen bestraffen, onderrichten, onderwijzen met woorden, maar dikwijls met slagen en plagen. Zie Spreuk. 9:7.

Jer 10.24 Pr 9.7
Copyright information for DutKant