Deuteronomy 7:2

2) ganselijk verbannen;

Hebreeuws, verbannende verbannen. Zie boven, Deut. 2:34.

De 2.34

1 Kings 5:13

24) uitschot

Hierdoor wordt verstaan een schatting niet van goed of geld, maar van personen en mannen, die verkoren en opgenomen werden om op het gebergte Libanon, tot de bouwing van den tempel, hout te houwen, enz. Vergelijk onder, 1 Kon. 9:21, en de aantekeningen.

1Ki 9.21

Ezra 2:55

15) knechten van Salomo.

Die van de heidense volken overgebleven zijnde, door den koning Salomo dienstbaar zijn gemaakt; zie 1 Kon. 9:20,21.

1Ki 9.20,21

Nehemiah 7:57

Copyright information for DutKant