Deuteronomy 8:7

10) in dalen

Hebreeuws, in dal en in berg.

11) uitvlieten;

Of, voortkomen, ontspringen.

Deuteronomy 32:13

24) hoogten der aarde,

Dat is, Hij verhoogde hem zeer heerlijk en gaf hem de hoogste en vastste steden in. Zie boven, Deut. 1:28. Vergelijk met Deut. 2:36, en Num. 21:25,32. Alzo onder, Deut. 33:29.

De 1.28 2.36 Nu 21.25,32 De 33.29

25) honig zuigen uit de steenrots,

Want het beloofde land vloeide van honig, Exod. 3:8,17, ook in bossen, 1 Sam. 14, en holen van steenklippen, naar den aard der bijen, Ps. 81:17.

Ex 3.8,17 Ps 81.16

26) kei der rots;

Vergelijk boven, Deut. 8:15.

De 8.15

Psalms 106:24

37) het gewenste

Hebr. het land der begeerte; dat is, het land van Kana„n, hetwelk een schoon gewenst land was, vloeiende van melk en honing, waar ook de vrome voorvaders een grote begeerte toe gehad hadden. Zie Deut. 8:7, en Deut. 11:10,11,12; Jer. 3:19; Ezech. 20:6.

De 8.7 11.10,11,12 Jer 3.19 Eze 20.6

38) zij geloofden

Dat is, zij geloofden de beloften Gods niet, dat Hij hen in het beloofde land brengen en daarin bewaren zou; maar uit ongeloof wilden zij weder naar Egypte keren.

Ezekiel 20:15

35) hief Ik ook Mijn hand op

Zie boven Ezech. 20:5.

Eze 20.5

36) vloeiende van melk en honig,

Zie boven Ezech. 20:6.

Eze 20.6

Ezekiel 26:20

49) kuil nederdalen

Dat is, in het graf, gelijk dikwijls; dat gij zult zijn als de doden, begravenen en vergetenen.

50) oude volk,

Hebreeuws, volk der eeuwigheid; dat is, oudheid; versta, die vanouds af, in voortijden, van het begin der wereld onder hen gevaren zijn. Zie van het woord Olam, Jer. 2:20; alzo in het volgende.

Jer 2.20

51) onderste plaatsen der aarde,

Hebreeuws, de aarde der benedenheden. Alzo onder Ezech. 32:18, enz.

Eze 32.18

52) woeste plaatsen,

Hetzelfde wordt met andere woorden gezegd.

53) sieraad herstellen

Dat is, mijn land Kana„n, Jeruzalem en mijn volk van Juda [over welker ellende en verwoesting gij zegt, Heah! Ezech. 26:2], die zal Ik verlossen, en in zulk een staat herstellen, dat zij het sieraad en de heerlijkheid der ganse aarde zullen zijn, tot een voorbeeld van hetgeen Ik mijn ganse kerk door den Messias zal doen op de aarde en in het hemels Kana„n; zie Ps. 48:3; boven Ezech. 20:6, en onder Ezech. 37:11, enz.; Ef. 5:27; Openb. 21:2.

Eze 26.2 Ps 48.2 Eze 20.6 37.11 Eph 5.27 Re 21.2

54) land der levenden.

Dat is, op de aarde, onder de mensen die leven; zie Ps. 27:13.

Ps 27.13
Copyright information for DutKant