Ecclesiastes 2:18

51) Ik haatte ook al

Dat is, ik heb er een weerzin in gehad, te weten, lettende op de ijdelheid der rijkdommen en de vergadering der dingen, die men met zo grote moeite verkrijgt, en inzonderheid ten aanzien van de onzekerheid welken erfgenaam men hebben zal.

52) mijn arbeid,

Dat is, mijn goed, dat ik met mijn arbeid verkregen en samengebracht had.

53) die na mij wezen zal

Dat is, die mij in het rijk zal navolgen.

Copyright information for DutKant