Ecclesiastes 2:5-8

16) hoven

Te weten, waar allerlei kruiden en bloemen in wiessen.

17) lusthoven,

Hebr. pardesim; dat is, paradijzen. Hetwelk betekent niet alleen gemene hoven van plezier, voornamelijk boomgaarden.

18) allerlei vrucht

Hebr. alle.

19) vijvers

Versta, zodanige vijvers, in welke steeds water was, zo regenwater als opwellend water.

20) Ik kreeg knechten en maagden

Of, ik bezat, of veroverde.

21) kinderen des huizes

Dat is, kinderen binnenshuis geboren, te weten van mijne knechten en maagden. Verg. Gen. 12:5, en Gen. 14;14, en Gen. 15:3, en Gen. 17:12.

Ge 12.5 15.3 17.12

22) runderen

Onder deze soorten worden ook andere beesten verstaan, zo grote als kleine.

22) schapen

Onder deze soorten worden ook andere beesten verstaan, zo grote als kleine.

23) Ik vergaderde

Zie 1 Kon. 9:28, en 1 Kon. 10:14,21,22,26.

1Ki 9.28 10.14,21,22,26

24) der koningen

Dat is, die men bij enige koningen of in vreemde landschappen kon vinden. Of, hetgeen bij de koningen en in iedere provincie voor het kostelijkste gehouden werd.

25) ik bestelde

Hebr. ik maakte.

26) snarenspel, ja,

Of, muzikaal akkoord of verscheidene melodieen van muziekinstrumenten, of karossen, of uitgelezen zeer schone vrouwen, in den krijg gevangen; te weten, om mij te dienen in alle dingen, waartoe de vrouwen bekwaam zijn. Het Hebreeuwse woord wordt nergens anders gevonden dan hier, daarom wordt het zo verscheidenlijk overgezet.

Copyright information for DutKant