Ecclesiastes 8:3
8) van zijn aangezicht; Te weten des koning; te weten uit ongeduld, als hij u wat beveelt, dat u niet behaagt; met uw haastig weggaan te kennen gevende dat gij weigerig zijt te doen wat u de koning beveelt. Anders: weg te gaan; dat is, uit zijn dienst te treden en hem verlaten. Sommigen verstaan dit en hetgeen volgt van God. 9) blijf niet staande Dat is, houd u aan geen kwade zaken en sta ze niet toe. Zie de aantekening 2 Kon. 23:3. Of blijf niet halsstarrig in het weigeren van het bevel des konings. 2Ki 23.3 10) al wat Zodat hij zich, wanneer het hem belieft, aan u wreken kan, en toornig zijnde, zou hij u lichtelijk straffen. 11) hem lust, doet hij Te weten, den koning.
Copyright information for
DutKant