Ephesians 2:1

1) [heeft Hij

Deze woorden, met andere letters gedrukt, worden om der klaarheid wille uit Ef. 2:5 verhaald, waar de verklaring te zien is.

Eph 2.5

2) dood waart

Dat is, niet alleen den tijdelijken en eeuwigen dood onderworpen; maar ook zonder enig leven en beweging in geestelijke zaken, gelijk dit woord dood zijn ook elders wordt genomen; Rom. 6:13; Ef. 5:14; Col. 2:13; 1 Tim. 5:6.

Ro 6.13 Eph 5.14 Col 2.13 1Ti 5.6

Ephesians 2:5

18) dood waren

Zie de aantekeningen Ef. 2:1.

Eph 2.1

19) levend gemaakt

Dat is, uit den dood der zonde verlost, door onze rechtvaardigmaking en wedergeboorte, gelijk terstond hierna verklaard wordt.

20) met Christus;

Want als Christus, die om onzer zonden wil gestorven was, is opgewekt zo heeft Hij metterdaad betoond dat Hij de schuld onzer zonde en het lichaam onzer zonden had teniet gedaan: hetwelk Hij eerst voor ons, en daarna ook in ons heeft volbracht uit kracht Zijns doods en Zijner opstanding, Rom. 4:25, en Rom. 6:6,7,8, als Hij ons het geloof heeft geschonken, door het geloof heeft gerechtvaardigd, en door Zijnen Geest heeft vernieuwd en geheiligd. Zie 1 Cor. 1:30.

Ro 4.25 6.6,7,8 1Co 1.30
Copyright information for DutKant