Ephesians 2:13

39) verre waart,

Namelijk van deze weldaden en voordelen, waarvan in Ef. 1, is gesproken. En zie hier de apostel op de plaats Jes. 49:1. Zie Hand. 2:39.

Isa 49.1 Ac 2.39

40) het bloed

Dat is, door den dood en bloedige offerande van Christus, waardoor dit onderscheid der volken is weggenomen.

Ephesians 2:20

64) het fondament

Dat is, de leer der apostelen en der profeten, zo des Ouden als des Nieuwen Testaments, gelijk daarom de namen der twaalf apostelen op de twaalf fondamenten des hemelsen Jeruzalems worden gesteld; Openb. 21:14.

Re 21.14

65) waarvan Jezus

Want de leer der profeten en apostelen wijst ons in zaken der zaligheid tot niemand op welken wij steunen mogen, dan op Jezus Christus op Zijne voldoening en verdienste; 1 Cor. 1:30, en 1 Cor. 2:2.

1Co 1.30 2.2

66) de uiterste Hoeksteen;

Of, zijnde Jezus Christus zelf de, enz., namelijk waarop het gehele gebouw steunt met de muren en stenen van hetzelve, dat is, alle ware gelovigen uit Joden en heidenen bijeenvergaderd worden, en door ‚‚nen Geest aaneenkleven, gelijk volgt. Zie ook 1 Petr. 2:4. Dat nu deze uiterste hoeksteen ook het enig fondament is van dit geheel gebouw, blijkt uit Jes. 28:16; 1 Cor. 3:10,11.

1Pe 2.4 Isa 28.16 1Co 3.10,11

1 Peter 2:7-8

18) dierbaar;

Of eerlijk. Grieks dierbaarheid, of eerlijkheid; dat is, zeer eerlijk of dierbaar.

19) maar den ongehoorzamen

Namelijk in den Ps. 118:22, en Jes. 8:14, waarvan zie de verklaring Matth. 21:42; Ef. 2:20.

Ps 118.22 Isa 8.14 Mt 21.42 Eph 2.20

20) Deze is geworden tot

Namelijk voor Gods gemeente, niettegenstaande allen wederstand en woeling, die de ongehoorzamen daartegen hebben gedaan.

21) een steen des aanstoots,

Namelijk voor de ongehoorzamen zelf, die zich tegen dezen steen door ongeloof hebben gekant, gelijk 1 Petr. 2:8 verklaart.

1Pe 2.8
22) waartoe zij ook

Dat is, waartoe zij ook verordineert zijn, gelijk het woord zetten of stellen ook wordt genomen Joh. 15:16; Hand. 13:47; 1 Thess. 5:9. Niet dat God iemand zou zetten of ordineren om Zijn Woord ongehoorzaam te zijn, voor zo veel dat zonde is. Want zulks zou strijden tegen Gods natuur, Ps. 5:5; Jak. 1:13; maar omdat God door zijn rechtvaardig oordeel deze halsstarrige mensen in hunne halsstarrigheid heeft overgegeven, om deze hun ongehoorzaamheid tegen Christus meer en meer te ontdekken, Luk. 2:34; en zich zelf zo de verdiende straf en toorn Gods met hunne ongehoorzaamheid meer en meer op den hals te halen. Zie Jes. 8:14; Matth. 21:44, en de aantekeningen Rom. 1:24, en Rom. 9:17.

Joh 15.16 Ac 13.47 1Th 5.9 Ps 5.4 Jas 1.13 Lu 2.34 Isa 8.14 Mt 21.44 Ro 1.24 9.17
Copyright information for DutKant