Ephesians 2:18-22
58) door Hem hebben Namelijk Christus door het geloof aangenomen; Rom. 5:2. Ro 5.2 59) een Geest Namelijk de aanneming tot kinderen, Rom. 8:15; die ook dit ganse lichaam zijn leven en beweging geeft. Ro 8.15 60) gij dan Namelijk heidenen die in Christus gelooft. 61) niet meer vreemdelingen Namelijk gelijk eertijds. Zie Ef. 2:11,12. Eph 2.11,12 62) medeburgers Namelijk van dit geestelijke Jeruzalem; Gal. 4:26. Ga 4.26 63) huisgenoten Gods; Want Gods gemeente wordt doorgaans Gods huis en tempel genaamd. Zie 2 Cor. 6:16; 1 Tim. 3:15; Hebr. 3:2, enz. Zo staan zij dan onder n hoofd en zorg, en hebben elk hun dienst en deel in dit huis. 2Co 6.16 1Ti 3.15 Heb 3.2 64) het fondament Dat is, de leer der apostelen en der profeten, zo des Ouden als des Nieuwen Testaments, gelijk daarom de namen der twaalf apostelen op de twaalf fondamenten des hemelsen Jeruzalems worden gesteld; Openb. 21:14. Re 21.14 65) waarvan Jezus Want de leer der profeten en apostelen wijst ons in zaken der zaligheid tot niemand op welken wij steunen mogen, dan op Jezus Christus op Zijne voldoening en verdienste; 1 Cor. 1:30, en 1 Cor. 2:2. 1Co 1.30 2.2 66) de uiterste Hoeksteen; Of, zijnde Jezus Christus zelf de, enz., namelijk waarop het gehele gebouw steunt met de muren en stenen van hetzelve, dat is, alle ware gelovigen uit Joden en heidenen bijeenvergaderd worden, en door nen Geest aaneenkleven, gelijk volgt. Zie ook 1 Petr. 2:4. Dat nu deze uiterste hoeksteen ook het enig fondament is van dit geheel gebouw, blijkt uit Jes. 28:16; 1 Cor. 3:10,11. 1Pe 2.4 Isa 28.16 1Co 3.10,11 67) tempel in den Namelijk waarin de Heere met Zijne genade woont, en derhalve waarin Hij wil geerd en gediend zijn, gelijk een huisvader in zijn huis. 68) Op Welken ook Namelijk uitersten hoeksteen van Christus. 69) gij mede gebouwd Namelijk die uit de heidenen naar Zijn voornemen zijt geroepen, en dienvolgens ook in Hem gelooft. 70) in den Geest. Of, door den Geest.
Copyright information for
DutKant